maandag 8 mei 2017

De eerste “boost” in de ontwikkeling van de graafmachine met scheprad (Schaufelradbagger)


Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

De ontwikkeling van de graafmachines  met scheprad (Schaufelradbagger) verliep zo tot het begin van de twintigste eeuw naar verhouding eigenlijk langzaam en met horten en stoten. (Blog https://bruinkool.blogspot.nl/2017/04/de-eerste-graafmachines-met-scheprad.html )  Dit kwam vooral doordat men toen al beschikte over veel effectievere machines, zoals lepelgravers voor het afgraven van  hardere gesteentelagen en de effectief werkende emmerkettingmachines (Eimerkettenbagger)  voor het afgraven van het wat lossere gesteentemateriaal.
Een ander probleem was, dat de machines (centraal) aangedreven moesten worden met een stoommachine en moest  de aandrijvende kracht mechanisch over grotere afstanden getransporteerd worden. Men had toen nauwelijks of helemaal geen (kleinere) plaatselijke diesel- of elektromotoren. Daarbij kwam ook nog, dat men toen ook nog de goede transportbanden had, nodig voor een continu doorgaand afgraven. De graafmachines met scheprad zelf, de mechanische overbrengingen van de aandrijvende kracht en de transportbanden waren toen nog te veel gevoelig voor de slijtage, waaraan zij bij het graven onderhevig waren.

Triest genoeg gaf  de Eerste Wereldoorlog  de grootste aanzet tot de verdere ontwikkeling van de graafmachines met scheprad. De omstandigheden in de Eerste Wereldoorlog waren dusdanig dat de Duitsers voor een belangrijk deel van hun  energievoorziening  aangewezen waren op hun bruinkoolreserves. Daarbij kwam ook, dat er in Duitsland een ernstig te kort was aan een speciale slijtvastere staalsoort, nodig voor de schakels van een emmerkettingen.

In 1916 werd in de bruinkoolgroeve “Roberts Hoffnung” in  Bergwitz bij Bitterfeld voor Duitsland de eerste  graafmachine met scheprad  in gebruik genomen. De machine is gebouwd door Maschinenbau-Anstalt Humboldt uit Keulen-Kalk voor  het afgraven van de deklaag boven de kolen. De  bouw van de machine kwam  geheel overeen met die van een emmerkettinggraafmachine.  In feite kwam het er op neer, dat men in principe alleen de emmerketting verwisseld had voor een op en neer beweegbare graafarm met het scheprad.  Met een graafwiel van 6m  kon het apparaat 400 m3 gesteente per uur afgraven. (9600m3 per etmaal) 


De machine was draaibaar op een portaal als onderbouw gemonteerd, waarvan het portaal zelf en de afvoerwagens op rails liepen. Het afgegraven materiaal kon zo dus direct van de graafarm in de afvoerwagen worden gestort. 

Helaas is deze  machine slechts tot 1923 in bedrijf geweest en is hij vervolgens gesloopt en als schroot afgevoerd. Eerstens was hij door de  bouw boven op een portaal samen met de windvang door de graafwiel en -arm te onstabiel. Omdat door de oorlog ijzer en staal so-wie-so schaars was,  waren bepaalde onderdelen van de machine dan maar van hout gemaakt. (Alles met elkaar maakte dit, dat deze machine niet bestand was tegen de eigenschappen van het Bergwitzer deklaaggesteente.

In de periode direct na het einde van de eerste Wereldoorlog verbeterde Humboldt dit type schepradgraafmachine naar een apparaat, dat 300 m3 gesteente of kolen per uur kon afgraven ( dus 7200 m3 per etmaal). De graafarm was 16 m lang. Het scheprad  met zijn 8 scheppen had een diameter van 5,2 m. Voor zijn aandrijving waren 6 elektromotoren nodig, waarvan één voor het scheprad, één voor de lopende band één voor de draaiing van de graafarm, één voor de vertikale beweging van de graafarm en tenslotte twee elektromotoren voor het rijden van de machine. 




Geraadpleegde literatuur:
H.H. Cohrs, R Oberdrevenmann Giganten in Erd- und Tagebau pag 41
 Fahren mit einen Holzplattenband) Chronik des Braunkohlenbergbaues im Revier Bitterfeld Bd III pag. 19)
W. Durst en W. Vogt Der Schaufelradbagger 1986 p. 6-7
  Chronik des Braunkohlenbergbaues im Revier Bitterfeld Bd III pag. 19
Prof.  F. Orunewald Köln, „Technische Neuerungen im Betriebe der rheinischen Braunkohlengruben“  .Berg- und Hüttenmännische Zeitschrift “Glück Auf” van 5 mei 1923 pag 429 ev

Geen opmerkingen:

Een reactie posten