donderdag 27 juli 2017

De Romeinen hadden al een emmerketting-graafmachine, die in de 16-de eeuw werd verbeterd.

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Niet alleen het principe van het schepwiel (Schaufelrad)  maar ook dat van de emmerketting (Eimerketten)  dateert al van oude tijden.

Reeds de Romeinen pasten het principe van de emmerketting al toe bij het graven en uit de grond omhoog halen van waardevolle materialen ( zie de blog  https://bruinkool.blogspot.nl/2016/10/ossenhuiden-zakken-voor-het-omhoog.html  )


Hoewel de machine – net als bij de Romeinen – zelf nog niet kon graven heeft rond 1565 de Fransman Jaques Besson dit concept verder uitgewerkt. Zijn machine bestaat uit een in hoogte verstelbaar A-frame. De ene ‘poot’ van de A bevatte  een oneindig doorlopende keten van flexibel aaneengeschakelde manden of bakken. De keten kon  bovenaan door één persoon met een lier worden aangedreven waarbij onderaan nog iemand meehielp door met een haak de lege bakken naar beneden te trekken. Verder zorgde een omkeeras onder aan de keten ervoor dat de keten van richting werd veranderd. De  manden of bakken werden handmatig gevuld, waarna zij bovenaan zijn aangekomen vanzelf werden geleegd.
De andere ‘poot’ van de A was voorzien van extra gaten, waardoor de werkhoogte van de machine verstelbaar was.

Met vier man beneden en twee boven leverde deze machine  niet alleen een aanzienlijke arbeidsbesparing vergeleken met de manschappen, die nodig waren bij het gebruikelijke ontgraven en afvoeren met kruiwagens en andere karretjes. Hetzelfde of zelfs een beter resultaat werd met dit apparaat sneller en ook goedkoper bereikt.

In zijn  “Theatrvm Instrvmentorvm Et Machinarum “ uit 1544 prees de wiskundige, ingenieur, machinebouwer, wijsgeer  en leraar Jacques  Besson zijn vinding dan ook aan  als “een nieuwe machine, waarmee weinig werklui met weinig kosten grond genoegzaam uit een groeve kunnen tillen” 


Literatuur: (Jacques Besson: Theatrvm Instrvmentorvm Et Machinarum  
                 http://www.theatra.de/repertorium/ed000027.pdf




zaterdag 15 juli 2017

Hoe snoepfabrikanten zijn geinspireerd door kolenbriketten

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Ik ben ze al eens eerder tegengekomen: maar in onze vakantie in Völklingen heb ik ze in het Erlebnisbergwerk Velsen in een mooi potje gekocht. Een soort dropjes met aan de ene kant het mijnbouwsymbool en aan de andere kant het woord “brikett” erop. (ja met dubbel t)

Foto: Anne-Marie Oudejans

Enig speurwerk op ons aller Google leerde mij, dat deze snoepjes anijs briketten blijken te heten. Enig verder rondneuzen leverden verder nog “menthol briketten”, groene eucalyptus briketten en dubbelzoute briketten op. Ze hebben allemaal het mijnbouwsymbool behalve de laatste. Die hebben de letters DZ (van dubbel zout) maar ze heten wel briketten…..









Bovenste foto is afkomstig van shopyfy ; de overige van de site van Droppie Groningen