zaterdag 3 december 2016

...........4 December Herdenkingsdag Sint Barbara ..........

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Ondergrondse beeltenis van Sint Barbara
Bron foto: http://www.spiegel.de/fotostrecke/buch-zechenkinder-von-david-schraven-bergmanns-biographien-fotostrecke-104784-13.html




In vele mijnbouwgebieden – ook in die van de bruinkool - is het op 4 december Sint Barbara, of zoals ze in Limburg zeggen Sinte Berbe. In vele katholieke parochies was en is het de dag van de plechtige “Barbaramissen“ en vroeger lagen op die dag de mijnbouwaktiviteiten stil en hadden de mijnwerkers een dag vrij.

4 December is echter niet de haar geboortedag maar de dag waarop herdacht wordt dat Barbara op die datum in het jaar 306 werd gemarteld en uiteindelijk werd vermoord.

De reden waarom Sint Barbara de beschermheilige is van de mijnwerkers is heeft twee redenen Eén daarvan is, omdat zij volgens de legende (tijdelijk) door een berg zou zijn opgenomen als bescherming tegen haar vader, die haar wilde vermoorden. De andere is, omdat God haar vader als straf voor de moord door een plotseling hemels vuur tot as verbrandde. Dit plotselinge dodelijke vuur werd in verband gebracht met de gevaarlijke ontploffingen en branden, die nog al eens in de mijnen voorkwamen.

Maar Sint Barbara is niet de enige patroonheilige van de mijnwerkers

Zij deelt haar reputatie in elk geval ook met, Sint Agatha, Sint Georgius en Sint Eligius


Maar eerst de legende van Sint Barbara van Nicomedie
Volgens één van de vele legendes over Sint Barbara was zij de beeldschone dochter van de rijke heidense zakenman Dioscuros en omdat ze zo mooi was, hadden vele jongemannen belangstelling voor haar. Al als jong meisje had zij zich stiekem tot het christelijk geloof bekeerd en wilde daarom maagd blijven voor God en had zij zelf daarom voor die jongens geen belangstelling. Om dezelfde reden weigerde zij ook te trouwen met een man, die haar vader voor haar had uitgezocht. Als straf voor deze weigering èn om toch de overige belangstellenden bij haar weg te houden, liet haar vader een toren bouwen met daarin twee ramen, om Barbara daarin op te sluiten. Terwijl haar vader tijdens de bouw van huis was, liet zij een derde raam in de toren maken. Toen haar vader bij thuiskomst het derde raam zag en Barbara daarnaar vroeg, gaf zij aan dat deze drie ramen moesten verwijzen naar de Heilige Drieëenheid. Haar eerdere weigering om te trouwen met daarbij haar bekering, die toen uitkwam, maakte haar vader zo kwaad, dat hij haar met zijn zwaard wilde doden. Toen hij zijn zwaard uit de schede trok, bad Barbara tot God, waarop een berg zich open spleet, haar in zich op nam en bovenaan de berg haar weer tevoorschijn bracht.

Helaas vond Dioscuros haar toch weer en hij sleepte haar aan haar haren de berg af. Na weer te zijn opgesloten bracht haar vader Barbara voor de rechter, waar zij de keuze had òf de heidense goden weer te aanbidden of haar nieuwe geloof te blijven houden. Zij koos voor het laatste waarna ze zou worden gevierendeeld. Omdat zij hierbij niet stierf werd zij vervolgens met staven en een hamer geslagen, terwijl men haar zijdes brandde. Omdat haar wonden vanzelf weer genazen , besloot de rechter vervolgens haar geheel uit te kleden en haar borsten af te snijden. Op dat moment daalde er een engel neer, die haar naakte en verwonde lichaam met een wit kleed kleedde.
Dit alles maakte haar vader zo woest, dat hij haar weer mee naar de berg nam en haar alsnog met zijn zwaard onthoofde. Toen hij weer van de berg afdaalde, viel er een groot vuur uit de hemel op hem, waardoor hij tot een klein hoopje as verbrande.

Dit alles gebeurde op de vierde december van het jaar 306



Sint Agatha
Agatha onderging rond 250 een met Barbara vergelijkbaar lot. Ook zij weigerden een huwelijk en bekeerden zich tegen de gevestigde orde in tot het Christendom
De beeldschone Agatha weigerde de minnares te worden van de landvoogd. Dit feit en omdat zij Christen was was de aanleiding voor de landvoogd om haar vreselijk te martelen. Toen Agatha bleef volharden in haar geloof liet hij haar de borsten afsnijden en doodde haar uiteindelijk door haar over brandende kolen te trekken.


Omdat op latere afbeeldingen haar borsten op een schaal werden afgebeeld en de borsten vaak voor broodjes of voor klokken werden aangezien werd zij de patroonheilige van bakkers en klokkengieters, dat later uitgebreid werd met de overige metaalarbeider en omdat de meeste metalen als erts uit de aarde werden gewonnen kwamen de mijnwerkers ook bi dit rijtje beroepen.j



Sint Georgius van Lydda (Sint Joris)

Naast de legende met de draak is er van deze Sint Joris ook nog een tweede legende:

Rond 303 waren er zware christenvervolgingen, waarbij duizenden mensen de marteldood moesten sterven. Toen de in een hoog aanzien staande ridder Georgius van Lydda of Joris dit hoorde wers hij zo verdrietig, dat hij zijn ridderkleren uit deed, al zijn bezittingen aan de armen gaf en christenkleren aan trok. Ook hem kwam dit duur te staan. Hij werd gevangen genomen en toen men merkte, dat hij zijn christelijke geloof niet afviel bogon ook voor hem een serie folteringen. De eerste dag werd zijn lichaam met krammen bewerkt, waarna zijn zijden met fakkels net zo lang gebrand werden, dat zijn ingewanden te zien kwamen. En of dat nog niet genoeg was, wreven ze zijn wonden met zout in. Toen de volgende dag zag, dat Joris door God geheel genezen was, gaven ze hem een beker gif te drinken, wat ook niets uithaalde.
De derde dag werd Joris op een wiel gebonden, waaraan messen zaten, die aan twee kanten sneden. Toen het wiel meteen al brak, lieten ze hem in een ketel kokend lood zakken, waarin hij met Gods hulp in ging zitten alsof het een heerlijk bad was

Uiteindelijk werd Joris door de gehele stad gesleept en onthoofd, waarna de machthebbers zelf – net als bij Barbara, door een plotseling hevig alles verzengend vuur uit de hemel totaal verbrand werden.

Net als bij Barbara werd het plotselinge dodelijke vuur werd in verband gebracht met de gevaarlijke ontploffingen en branden, die nog al eens in de mijnen voorkwamen. Anders dan bij Barbara was er overigens in het geval van Joris geen berg, die hem opnam



Het verhaal van Sint Eligius verloopt heel anders
Eligius werd rond 590 geboren in het plaatsje Chaptelat bij Limoges, waar hij begon als hoefsmid. .

In die tijd had hij een wel heel bijzondere knecht. Elke keer als hij een paard beslog deed hij dat door de komplete voet van het dier af te hakken. Op zijn gemak besloeg hij dan de hoef met het hoefijzer om daarna de voet gewoon weer aan het bloedende been van het paard te maken. Al die tijd gaf het paard dan geen kik en stapte vrolijk en wel weer de hoefsmederij weer uit.


Na zijn periode als hoefsmid, werd hij edelsmid. Op een gegeven moment kreeg hij van de koning een hoeveelheid goud met de opdracht om hiervan een kroon te maken. De hoeveelheid goud was ruim voldoende om er twee van te maken. Omdat hij de rest van het goud ook weer aan de koning terug gaf, werd hij aan het hof aangesteld als muntmeester

Op een gegeven moment nam hij ontslag aan het hof, stichtte een klooster en liet zich tot priester wijden. Met klooster gaf hij grote sommen geld uit aan de armen en aan het vrijkopen van slaven Daarnaast bekeerde hij velen tot het christendom.
In de Eligius’ knecht uit de tijd van zijn hoefsmidschap, zag men Christus zelf, die Eligius op deze manier leerde, hoe hij allerlei heidense ongezonde elementen kan afhakken, verbeteren of genezen en deze elementen op een of andere manier weer in het grote geheel terug kon aanbrengen. Voor al zijn werkzaamheden, die met de nodige wonderen gepaard ging, is Eligius later heilig verklaard.

Vanwege zijn eerder werk als hoefsmid werd Eligius de beschermheilige van iedereen, die met een hamer werkt, dus ook van de mijnwerkers



donderdag 17 november 2016

Pas op voor te veel euforie! Gevaren overhaastte “Kohlenausstieg” nog lang niet geweken!

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans



De ergste kou mag dan nu wel wat uit de lucht zijn maar het is allerminst een al gelopen race!
Neen, het werk moet nog beginnen!
  • In Duitsland zijn de beslissingen over een beëindigen van de (bruin)kolenaktiviteiten  opgeschort tot tenminste 2018 en misschien wel tot 2025.
    2018 en 2025 zijn dichterbij dan we misschien denken en in 2017 zijn daar de verkiezingen .
  • Trump is nog geen president, laat staan dat hij Amerika al uit het klimaatverdrag heeft geleid.
Dat moet allemaal nog gebeuren.

Juist nu komt er werk aan de winkel: het weer onderbouwen en stutten van het draagvlak in de samenleving voor de “kolenstroom”. Een draagvlak, dat behoorlijk is beschadigd...

Onze gehele samenleving had, heeft en zal ook altijd allerlei scheur-, breuk- en splijtvlakken hebben En die vlakken gaan dwars door alle lagen van de bevolking heen.

Net als in het gesteente kent ook de menselijke samenleving niet alleen allerlei lagen maar ook breuk- en splijtvlakken.Hierdoor zal van nature zal geen enkel maatschappelijk draagvlak uit zichzelf  stabiel en solide blijven

Hierdoor zal geen enkel draagvlak van de bevolking geheel zelfstandig en uit zichzelf een altijd stabiele, massieve en solide “constructie” zijn en ook nooit worden. Een sterk stabiel en solide draagvlak kan alleen worden verkregen en behouden door een constante oplettendheid en er aan te blijven werken.
Er hoeft soms ook maar iets te veranderen of een ogenschijnlijk onschuldige haarscheur wordt een complete breuk of nog erger. En reken maar dat de “Kohlengegner” er actief aan zullen blijven om de nodige scheuren te verbreden en splijtvlakken inderdaad los te werken en zo er voor te zorgen ,dat uiteindelijk er geen draagvlak meer is en het-hele-zaakje-in-elkaar-stort.

Het blijft daarom zaak waakzaam en alert te blijven op allerlei halve en hele onwaarheden. En daar waar deze leugens over de kolenwinning en -verstroming de kop op steken, deze waar mogelijk meteen te weerleggen. En dan het liefst onderbouwd met keiharde feiten.
Dit weerleggen van leugens alleen is niet genoeg. Voor een breed, stabiel en solide draagvlak dient het grote publiek ook in de gelegenheid worden gebracht om de puur positieve kanten zien en vooral ook aan te nemen.
Het is dus van belang dat juist ook de positieve kanten – eveneens gestaafd met harde feiten – helder en duidelijk over het voetlicht worden gebracht. Als voorbeelden noem ik hier alleen maar de – bijvoorbeeld in de Duitse bruinkoolwinningen toegepaste moderne mijnbouwtechnieken, de recultivering van uitgekoolde winningen, de rookgasreiniging van de centrales en de ontwikkelingen rond opvang en verwerking van de CO2 (bij dit laatste ga ik er even van uit dat het broeikasverhaal juist is)

Zoals ik hier tegen aan kijk, is dit in stand houden / repareren van het maatschappelijk draagvlak een hele klus. En om maar in de geest van de scheuren, de splijt- en breukvlakken en de stutten te blijven:  Met een paar luizige dennenstammetjes als stut redden we het niet 

Een paar ouderwetse dennenstammetjes als stut zal niet voldoende zijn
Argumenten, die bijvoorbeeld slechts gebaseerd zijn op gevoelsmatigheden zullen onvoldoende zijn voor het repareren en steunen van het draagvlak


Er is wel degelijk zwaar kaliber nodig. Met name op het gebied van de onderbouwing met keiharde feiten. Ik denk, dat het meeste van het harde feitenmateriaal en dus het zware kaliber toch echt van de mensen-van-het-vak moet komen

 
Een zwaarder kaliber stutten zijn nodig in de vorm van keiharde feiten.
Die keiharde feiten zullen toch echt van de vakmensen afkomstig moeten komen.


Het zal een hele klus zijn maar is een bittere noodzaak tenminste als we met z’n allen willen, dat de moderne technieken niet verloren gaan en worden ingeruild voor de veel primitievere werkwijzen van elders.


Ze zijn het waard om er voor te strijden


om ze te behouden

      • de in de Duitse bruinkoolwinningen toegepaste moderne mijnbouwtechnieken, 
      • de recultivering van uitgekoolde winningen, 
      • de rookgasreiniging van de centrales  
      • de ontwikkelingen rond opvang en verwerking van de CO2
        (bij dit laatste ga ik er even van uit dat het broeikasverhaal juist is)


En dan heb ik het helemaal nog niet gehad over de werkgelegenheid van zo vele mensen






donderdag 13 oktober 2016

Ossenhuiden zakken voor het omhoog halen van erts of wel een heel verre en primitieve voorloper van de ES 3750-Eimerkettenbagger

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

In deze blog komen mijn twee grote interesses en hobby’s samen : de enorme machines van de bruinkoolwinning en de geschiedenis van de dierlijk afvalverwerking (destructie of “animal rendering”)We gaan naar een van de verre voorlopers van de “emmer-ketting-graafmachine in wel de zeer oude tijden.

In deze blog wordt één van zijn  verre verre voorouders beschreven

Eimerkettenbagger van het type ES 3750 in de Dagbouw Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Naar kolen werd er toen nog niet gezocht en gegraven maar wel naar allerlei ertsen. Net als nu nog moest er ook toen – om bij het waardevolle materiaal te komen – eerst het nodige deklaaggesteente worden weggegraven.

En ook hierin speelde dierlijk materiaal een rol.

Onder meer de Romeinen hadden in hun tijd al min of meer gemechaniseerde methoden om gesteente, erts en ook water uit schachten en gaten op te graven en naar boven te krijgen. Eén daarvan was een stellage met een aandrijf rol, waarover een doorlopende ketting liep met daaraan meerdere houten bakken, rieten manden of zakken. Onder in het gat werden zij meestal per drie stuks door slaven gevuld en weer aan de ketting bevestigd. Via een stabilisatierol ging de ketting met de gevulde manden weer naar boven, terwijl aan de andere kant drie lege manden naar beneden kwamen.

Er werd (nog) niet met de machine zelf gegraven. De bakken of manden werden onder in het gat door slaven gevuld. In het gunstigste geval gebeurde dat met een stuk gereedschap, dat het midden hield tussen een schep en een schuiver, schoffel of “hak”. Vaak echter moesten de slaven dit gewoon met de blote handen doen. In zijn beroemde boek “De Re Metallica” noemde Agricola in 1556 deze mensen “ingestors” wat letterlijk “in-doeners” of ingooiers betekent. In latere Engelse vertalingen werden zij met “shovellers” aangeduid.

Vooral wanneer er ook water mee naar boven gebracht moest worden, werden de bakken en manden of een deel daarvan ook vervangen door zakken, die men van 2 tot 21/2 nog behaarde ossenhuiden maakte. Deze zakken waren lichter dan de bakken of manden, zodat er meerdere zakken aan de ketting konden en er dus meer kon worden “geproduceerd”. Daar tegenover staat dat de houten of rieten bakken en manden beter bestand waren tegen slijtage.

De haarzijde kwam dan aan de buitenkant, waarbij de haren de eerste slijtage van de zak opvingen. Aanvankelijk moest ook het water in de zakken handmatig geschept worden maar later kwam er aan de bovenkant van de zak een ijzeren ring. Wanneer de zak in het water kwam bleef hij open staan en werd de zak zelf vullend. Niet alleen kon er zo met minder mankracht het water uit het gat “geput” worden. Wanneer er niet teveel water onder in het gat stond, konden de slaven gelijktijdig gewoon doorgaan met het vullen van de bakken met het te verwijderen vaste materiaal.

De aandrijving van de ketting met de bakken en zakken gebeurde in zijn eenvoudigste manier met mankracht. Al naar gelang de grootte en de diepte gebeurde dat met één of meerdere slaven in een tredmolen. Pas toen de hoeveelheden af te voeren materiaal dusdanig groot en/of de diepte groter werd, was een veel sterkere aandrijving nodig en werd het gebruik van dieren daarvoor goedkoper..

De primitieve "voorouder" van de emmerketting-graafmachine of " Eimerkettenbagger"
Bron: De Re-Metallica pag. 174








zaterdag 8 oktober 2016

bidprentjes of gedachtenisplaatjes van omgekomen mijnwerkers in Limburg

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Als auteur van deze blog zit ik vaak te snuffelen op internet naar allerlei wetenswaardigheden over de bruinkoolwinning.
Ik kom daarbij - wat oneerbiedig gezegd  als "bijvangst" - regelmatig allerlei interessante zaken tegen over de (ondergrondse) winning van steenkool.

Van de week was dat met een aantal bidprentjes, die mijn vader heeft getekend, voor mijn wel iets heel bijzonders.

Serie bidprentjes met tekeningen van Henk Oudejans afkomstig van de hieronder vermelde link naar de site van  het Mijnmuseum "De Koempel" in Waarland

Mijn vader was decoratief tekenaar en heeft niet alleen reclamemateriaal, logo's, boekillustraties, decoraties van verpakkingsmateriaal, tapijtontwerpen en briefpapier getekend. Hij heeft ook veel religieus plaatwerk gemaakt, zoals tekeningen voor kerkboeken of "Missaals" en "Brevieren", ontwerpen voor altaardwalen, koorkappen en kazuifels. En dus ook tekeningen voor bidprentjes, die in de Katholieke kerk als gedachtenisplaatjes voor de overledenen werden gebruikt.

Serie bidprentjes met tekeningen van Henk Oudejans afkomstig van de hieronder vermelde link naar de site van  het Mijnmuseum "De Koempel" in Waarland


Ik was daarom ontroerd toen ik op de site "Glückauf en Mijnmuseum "De Koempel" in Waarland"  bidprentjes van verongelukte mijnwerkers tekeningen tegen kwam, die mijn vader gemaakt heeft.

Dankbaar ben ik ervoor, dat ook mijn vader zo zijn bijdrage heeft kunnen leveren aan het in stand houden van de gedachtenis aan hen, die zijn omgekomen bij hun werk in de Limburgse mijnen.

Titelafbeelding  bij het betrokken hoofdstuk op de site van  het Mijnmuseum "De Koempel" in Waarland






maandag 12 september 2016

Tussen de graafemmers van een emmerkettinggraafmachine (Eimerkettenbagger) .....

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Hebben wij in de bruinkoolwinningen zelf de reusachtige apparaten van relatieve afstanden bekeken, in Ferropolis te Gräfenhainichenen bij de Energiefabrik Knappenrode hebben wij dit van heel dichtbij gedaan.
Omdat ik helemaal niet uit het vak kom, gaven de Grossgeräte mij daar een heerlijke, fotogenieke geordende wirwar van balken, spanten, kabels, raderen bakken etc. Een onweerstaanbare aantrekkingskracht trok mij waar mogelijk juist ook naar het inwendige van de machines.
Eenmaal weer thuis was ik benieuwd naar de betekenis en werkingen van al datgene, wat ik heb bekeken en heb gefotografeerd. Internet maar vooral ook allerlei bibliotheekboeken brachten uitkomst.

Emmerkettinggraafmachine met de kenmerkende doorlopende ketting met graafemmersFerropolis Gräfenhainichen Foto Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Het werkzame onderdeel van een emmerketting-graafmachine is de oneindig doorlopende keten van aaneengeschakelde graafemmers. Die emmers zitten aan weerszijden gemonteerd in twee kettingen van schakels, die om en om bestaan uit één dikke schalm (schakel) of twee dunnere schalmen. Voor relatief gemakkelijk te ontgraven grond zit er aan elke tweede dikke schalm, dus elke vierde schakel van de ketting een graafemmer. Aan weerszijde vormt de graafemmer samen met de beide schalmen één geheel.

Hier is goed te zien, dat elke tweede dikke schakel een graafemmer draagt(Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Aan beide uiteinde van de serie emmers zit een omkeeras met voor elk van de beide kettingen een wiel met zes nokken, die precies in de dubbele schakels passen. Al draaiende keert deze as de beweegrichting van de graafemmers om.

De omkeeras aan het ene uiteinde van de emmerketting. De nokken van de as passen telkens precies in de dubbele schakel(Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)



Ik kon helaas niet bij de as komen, die helemaal binnen in de machine zit en de gehele emmerketting aandrijft.

Monding emmergoot
(Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Voordat de emmerketting de te ontgraven grond raakt, loopt de ketting vanaf de aandrijfas eerst door de emmergoot uit de machine. Deze goot is zo lang, dat er te alle tijde voldoende afstand is tussen de machine en de rand van de ontgraving. Zo wordt voorkomen dat de ontgravingswand instort of in zakt en de machine hetzij bedolven wordt of dat hij wegzakt.


In de emmergeleider
(Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


In de emmergoot
(Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Om ervoor te zorgen, dat de emmerketting bij het ontgraven niet kan doorbuigen, loopt de emmerketting over zijn volle lengte door de emmergeleider. De geleider is variabel in lengte. Hierdoor kan men bij het ontgraven geheel inspelen op de dikte van de af te graven laag. Uiteraard moet wel, bij het veranderen van de lengte van de geleider ook de lengte van de ketting worden aangepast. Dus moeten er schakels en emmers worden toegevoegd of verwijderd.

De emmergeleider kan op meerdere plaatsen scharnieren
                                                (Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Naast het varieren in lengte kan de emmergeleider op meerdere plaatsen scharnieren. Zo kan het uiteinde van de ketting over een paar meter horizontaal worden gezet. Dit is vooral van belang om - bij onderhands graven (Tiefschnitt) - de deklaag ook geheel van de kolenlaag af te kunnen schrapen.
Wanneer de machine bovenhands (Hochschnitt) graaft, kan, door de eerste twee scharnierpunten bij de machine, het eerste stuk horizontaal worden gezet. Op deze wijze wordt dan in één werkgang ook meteen het horizontale vlak (Sohle) gevormd, waarop de graafmachine bij de verder voortgegane ontgraving moet komen te staan.

De emmergeleider heeft verder in het midden nog een of meerdere extra scharnierpunten voor extra mogelijkheden om het ontgravingsprofiel aan te kunnen passen.

Boven over de emmergoot komt de emmerketting uit de machine
(Ferropolis Gräfenhainichen Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Elk scharnierpunt is aan de machinezijde met een takel aan de machinepilon verbonden. Samen met een systeem van contragewichten wordt met dit takelsysteem zo de stand van de emmergeleider bepaald, waarbij de machine stabiel blijft.

woensdag 24 augustus 2016

Hoe zou de natuur zelf de "Verkipping" van een bruinkoolwinning weer terug nemen?

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Bruinkoolwinningen “wandelen” net als andere dagbouw-mijnen door het landschap. Hierbij laten zij een bizar landschap van teruggestort gesteente achter zich. Voor de één is dat een maanlandschap en het toonbeeld van vernietiging, voor de ander is het meer een voorstelling uit een woest ruig surrealistisch schilderij.
Voor een succesvolle recultivering wordt de oorspronkelijke (vruchtbare) bovenlaag ook weer als bovenlaag teruggestort, zoals hier bij de Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


In Duitsland wordt deze “Verkipping”, zoals zij dat gebied met het teruggestorte deklaaggesteente noemen, geheel gerecultiveerd. Men zorgt ervoor, dat de oorspronkelijke (vruchtbare) toplaag weer bovenop wordt gestort, waarna een uitgebreide bewerking volgt, waardoor er weer nieuwe natuur of nieuwe landbouwgrond ontstaat.

Maar wat ik mij afvraag is: Wat zou er gebeuren, als zo’n verkipping aan de natuur zou worden overgelaten.
Overal ligt eeuwen oud gesteentegruis. Geheel onvruchtbaar naar men zegt. Ik neem dat dan ook maar klakkeloos van de geleerden aan.
Zaailingen van onder andere de den in de verkipping van Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)



Maar bij de verkippingen van Nochten en van Jänschwalde dacht ik wel zoiets van. Zou er niet toch nog ergens zo’n eeuwen oud zaadje uit weet-ik-wat-voor-geologisch-tijdperk alsnog na al die eeuwen tot ontkieming kunnen komen?
En wat voor boom of plant zou dat zijn? Zouden wij die nog herkennen? Zou hij onder de huidige omstandigheden kunnen overleven, groeien en zich weer opnieuw verder uit kunnen zaaien? Zouden zij nuttig hout of vruchten geven of zouden zij alleen maar mooi zijn? Of zou het als “ongewenste exoot” zelfs een vervelend onkruid kunnen worden, net zoals bijvoorbeeld de huidige Japanse Duizendknoop (Knöterich) of de Canadese Volgelkers.

Gestadig herneemt de pioniersvegetatie de zandvlakten van Tagebau Cottbus-Nord
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Ik weet het niet. Wel zag ik op verschillende plekken, dat de natuur de verkippingen wel degelijk uit zichzelf weer “inneemt”. Eenzame pioniersplantjes, zoals spurrie, een soort zuring achtig plantje en zo’n plat op de grond liggende – ik denk – zegge in kale zandoppervlakten. Op en tussen de “ruggen” van gestort gesteente stonden al verscheidene zaailingen van berk en den. In Cottbus-Nord zag ik in een plas al hoger gewas staan. Het was te ver om het goed te kunnen zien maar het leek mij dat dit rietgras was.


Spontaan opgekomen waterplanten in een plas in Cottbus-Nord
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


donderdag 18 augustus 2016

Natuur en Techniek

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Er wordt zo vaak gesproken en geschreven over de, in mijn ogen voor een deel onterechte, tegenstellingen tussen de natuur en de toegepaste techniek.
Ik kan er niets aan doen, maar ik vond dat bij de bruinkoolwinningen deze techniek juist zo goed harmonieërde met die natuur.

Bloemenweelde  aan de rand van Tagebau Jänschwalde
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Natuur en Techniek bij Tagebau Nochten
(Foto: Anne-Marie Oudejans)


Bij alle vier bruinkoolwinningen: Welzow-Süd, Jänschwalde, Nochten en Reichwalde hoorden we een veelvoud aan leeuweriken hun hoge lied kwinkeleren. 

Bij alle vier bruinkoolwinningen zongen de leeuweriken het hoogste lied(
Afb Wikimedia commons:Onze vogels in huis en tuin)


We zagen er roofvogels, dat later slechtvalken bleken te zijn. En dan zag ik daar de nodige vogels en vlinders, waarvan ik absoluut niet weet wat voor vogels en vlinders dat waren.

Jonge slechtvalken bij hun nest boven in de pilon van een Bandwagen in Tagebau Cottbus-Nord
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Vetkruid groeit massaal bij de beregenings apparatuur voor de stofbestrijding bij Tagebau Jänschwalde
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Rondom Tagebau Welzow-Süd groeiden - net als op zoveel andere plekken in de Lausitz - massaal maretakken. De bomen zaten er vaak helemaal vol mee
.
Onder deze mistletoe zat ik bij Welzow-Süd de F-60 te bekijken en te fotograferen
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


maandag 8 augustus 2016

Landart, water en wind

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans


De wanden van de groevens leken hier en daar wel landartsculptures, zoals hier in de Tagebau Welzow-Súd
  (Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Bij de bruinkoolwinningen waren er niet alleen de enorme omvang van de gehele groeves en de reusachtige machines, die indruk maakten. Dat deden ook allerlei wat kleinere details. Zo leek het soms wel dat er aan de ontgravingswanden land art kunstenaars aan het werk waren geweest.

Graafpatroon aan de voet van de graafmachines in de Tagebau Welzow-Süd
(Foto Anne-Marie Oudejans mei 2o016)


In de Tagebau Welzow-Süd zagen wij bijvoorbeeld heel duidelijk het patroon in de ontgravingswand, dat ontstaat ten gevolge van een verandering in de graafsnelheid ten opzichte van de voortgaande beweging van de graafmachine zelf. In de Tagebau Reichwalde waren de zijdelingse graafsporen mooi te zien
Zijdelingse graafsporen in de Tagebau Reichwalde
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Op meerdere plaatsen hebben we gezien dat over een grote lengte van de ontgravingswanden water sijpelde uit een daar aanwezig watervoerend pakket. Ook dat leek wel kunst.

Abstracte kunst gevorm door het uit de ontgravingswand sijpelende water in Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


En nu we het toch over water hebben, overal stonden er sproeiinstallaties tegen het stof. Sommige sproeiers waren een soort hoge sprinklers die van bovenaf motregen lieten neerdalen, waarmee het stof werd neergeslagen. Andere sproeiers bestonden uit veel lagere grote ronde ventilatoren met daaromheen een ring van nevelsproeiers. De ventilatoren geven een extra luchtstroom, waardoor de waterdruppeltjes nog verder verkleind werden en intensiever en verder verspreid werden. De nevel werd hierdoor niet alleen groter in omvang maar ving ook het stof nog effectiever af.


Reeksen sproeiers  bij de Tagebau Jänschwalde voor het geven van een kunstmatige motregen tegen het stof
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Detail van een vernevelaar van zo'n  sproeier
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Dat dergelijke sproeiers geen overbodige luxe zijn, kwamen we zelf al snel achter. Meerdere keren zagen wij bij een droge straffe wind (net als in het akkerbouwgebied bij ons thuis) met name in de verkipping maar toch ook aan de ontgravingszijde van die klein soort zandhoosjes, -dwarrels en -stormpjes ontstaan.
Na het fotograferen van zo'n zanddwarrel had ik mijn fototoestel net op tijd weer in de tas, toen ik duidelijk het zand in mijn gezicht voelde waaien.

Opdwarrelend zand uit de Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)



+Foto's zandhoos

vrijdag 29 juli 2016

Tagebau Erlebnis 8: Van mijnbouw naar wijnbouw

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

De in de recultivering van Tagebau Welzow-Süd aangeplante wijngaard
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Aan het einde van de beide excursies kregen we een uitvoerige rondleiding en uitleg over de recultivering
We zagen hoe het oudste deel van de “verkipping” van Welzow-Süd weer tot bruikbaar land werd heringericht. De “Verkipping” is het reeds “uitgekoolde” en weer met deklaaggesteente volgestorte deel van de Tagebau. Om de recultivering goed te laten slagen, zorgt men er voor, dat de afgegraven vruchtbare toplaag ook weer helemaal bovenop wordt terug gestort.

Bij de recultivering worden de gevonden zwerfkeien of "Findlingen" ook weer gebruikt
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Bosaanplant in de recultivering
(Foto: Anne-Marie Oudejans: mei 2016)

Zodra de teruggestorte bodem voldoende is uitgewerkt en ingeklonken, begint men met het aanbrengen van de uiteindelijk gewenste structuur van de hoogteverschillen. Daarna volgt een beplantingsprogramma. Zo wordt de winning zelf op zijn “wandeling door het landschap” op de voet gevolgd door de recultivering. 

Van mijnbouw naar wijnbouw, waarbij zij in Welzow bewezen hebben goede buren te zijn.....
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Binnenkort Welzow Grand Cru of Welzow Auslese?
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Een mooie zuidhelling In het reeds gerecultiveerde gedeelte van Welzow-Süd is omgevormd tot wijngaard. Ik heb niet helemaal meegekregen, wanneer de eerste wijnoogst gaat plaats vinden.

Met deze overgang Van mijnbouw naar wijnbouw, een prachtige zonsondergang in de groeve zelf, gevolgd door een lekkere en goed verzorgde maaltijd in de verkipping eindigde de avondexcursie.

Zonsondergang bij de F-60
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Het slotakkord van een prachtige en leerzame excursie
Excursio en Vattenfall Bedankt
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Officieel mag ik op Blogger en/of op Facebook geen reclame maken maar ik wil toch als Excursio - Bergbautourismusverein Welzow danken voor deze excursies en Vattenfall voor het mogelijk maken ervan. Zowel de dagexcursie als de avondexcursie zijn een geweldige belevenis .
Beide zijn echt de moeite waard en ik kan ze beide zeer aanbevelen.
Verder hoop ik dat de nieuwe eigenaar van de Tagebau Welzow-Süd, het Tsjechische EPH deze mogelijkheid voortzet

Hopelijk blijven de excursies ook bij de nieuwe eigenaar EPH mogelijk
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)



maandag 25 juli 2016

Tagebau Erlebnis 7 Apparaten in de kolenlaag

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

In de kolenlaag, onder de F-60 graven emmerketting- en emmerwielgraafmachines de kolen op
Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)


Voor het winnen van deze kolen worden in Welzow-Süd die emmerketting-graafmachines van het type ERs 710 ingezet. Deze machines, welke op rupsbanden staan en draaibaar zijn hebben graafemmers van 710 liter en kunnen elk per uur 1400 vaste m3 kool verzetten. Daarnaast zijn er twee emmerwiel-graafmachines (Schaufelradbagger) van het type SRs 1301, die elk voor de verwerking per uur van 3500 vaste m3 kool staan.
Deze machines deponeren de afgegraven kolen op de kolentransportband. Indien nodig maken zij hiervoor extra gebruik van een bandwagen, die tijdens ons bezoek even verderop enkel geparkeerd paraat stond.

Als een graafmachine te ver van de kolenband af zou komen te staan, kan gebruik gemaakt worden van deze gereed staande Bandwagen
Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Wanneer de graafmachine op een (waardeloze) tussenlaag stuit, draait de operator de afwerparm of "Abwurfauslager" van de kolenband af rechtstreeks naar de het begin van de verkippung.

Bij een laag waardeloos materiaal, draait de "Baggerfahrer" de afwerparm van de graafmachine van de kolenband af  en dumpt het materiaal rechtstreeks in de "Verkippung"
Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

De kolen gaan met de kolenband naar een overslagstation, vanwaar zij naar de Centrale Schwarze Pumpe worden getransporteerd.

Geheel onder de indruk en overweldigd stond ik naar boven te kijken naar de F-60 maar vooral ook naar de "3750 emmerketting-gravers", die nu nog majestueuzer over kwamen.

Majestueus torent deze "3750 emmerkettinggraafmachine" boven ons in de kolenlaag uit
Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)

Totdat ik nog even een sprintje moest trekken omdat ik nu echt de allerlaatste was die nog in de bus moest en de chauffeur hem al had gestart. Het valt mij nog mee dat hij niet moest toeteren.......
In de kolenlaag schuin onder de F-60
 Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)
Twee graafmachines in de kolenlaag bij de inmiddels invallende avondschemering
Tagebau Welzow-Süd
(Foto: Anne-Marie Oudejans mei 2016)