zondag 24 april 2016

Een stukje geschiedenis van de kolossale machines in de bruinkooldagbouw

Ing. Anne-Marie T.M. Oudejans

Zoals nu nog steeds hangt de economisch in dagbouw winbaarheid van bruinkool af van de dikte van het gesteente boven de bruinkoollaag


Onderstaand artikel uit  het tijdschrift “Glückauf” van 19 maart 1938  geeft een overzicht van de ontwikkelingen van de graafmachines en de methoden voor het afvoeren van deklaaggesteente en de invloed van deze ontwikkelingen op de economische winbaarheid.

Zo’n anderhalve eeuw terug, toen er nog veel handmatig gebeurde, kon de winning van bruinkool nog uit, wanneer de hoeveelheid weg te graven deklaag hooguit even groot was dan de hoeveelheid (bruin)kool.

Tegen de Eerste Wereldoorlog waren de machines al zodanig, dat de deklaag al twee keer zo dik mocht zijn en in 1938 was deze verhouding globaal genomen al gestegen tot 4 delen deklaag op 1 deel kolen. Wanneer de opbouw van de aardlagen zodanig gunstig was, dat men voor het afvoeren van het deklaaggesteente gebruik kon maken van “Abraumförderbrücken” kon de bruinkool bij een verhouding van 6 op 1 nog economisch worden gewonnen. 



Bron: "Glückauf" 19 mrt 1938 p. 242

Geen opmerkingen:

Een reactie posten